ja, zojuist op het nieuws een heel verhaal over 4 mei, dat zowat iedereen die de oorlog heeft meegemaakt inmiddels wel is overleden én de vraag hoe je de verhalen over de oorlog levend houdt voor de jeugd.
Ik heb er mijn (wellicht niet populaire) meningen over…en sommige dingen zijn uiteraard dubbel.
Zo hebben we in Heerenveen het gemeentehuis waar vroeger een gevangenis aan vast zat.
In die gevangenis ging het er in WO2 niet fris aan toe, het werd gebruikt door de SD (Sicherheitsdients) enz. enz.
Een dag voor de bevrijding was het plan van de Duitsers om de gevangenis op te blazen, maar in 1973 heeft de gemeente dat zelf maar gedaan…de gevangenis werd gesloopt.
Reden van sloop: de gevangenis was wel een zwarte pagina in de geschiedenis van Heerenveen en sja, zwarte pagina’s kun je maar ’t beste uitscheuren..
Hetzelfde soort volk wat toen tot sloop over ging staat nu weer een krans te leggen met de krokodillentranen in de ogen roepend “we mogen het nooit vergeten”…. nee, wel slopen om het in de vergetelheid te doen raken en ondertussen een kransje leggen en roepen dat we “het nooit mogen vergeten”.
Intussen is al 50+ jaar is een stuk geschiedenis weg.
En iedereen zich maar afvragen hoe je de verhalen levend houdt, nou ja…zo niet dus.
Persoonlijk heb ik weinig met de verhalen uit WO2, je hoort nooit het echte, volledige verhaal en dat is jammer.
Laat maar weten hoe ’t was, met moord en doodslag en alles er op en aan. Dát zorgt wel dat het indruk maakt.
Zo heb ik van onze buurman, destijds een tiener, het verhaal gehoord dat bij de spoorwegovergang t.h.v. hotel Spoorzicht (heet nu anders) iemand op het spoor een nekschot kreeg.
Buurman woonde aan het spoor, zag het gebeuren.
Reden van het nekschot: die was er niet, het was gewoon om de schrik aan te jagen en een voorbeeld te stellen.
Dan kijk je toch even iets anders naar het spoor, al vallen daar anno 2025 nog steeds doden.
Of neem mijn oude winkelpand in Joure.
Het was een pand van 200 jaar oud, was in de oorlog een pand waar de Duitsers hun paarden in stalden en ja, er zaten ook nog steeds wat Duitse teksten op het dak van de zolder.
Interesseert het iemand wat? Nee…heb wel vaker e.e.a. aangekaart, maar 0,0 interesse.
Gaat het daar al niet fout??
Zo heb ik ook ca. 120 glasnegatieven uit WO2, datering na 1941.
Het verhaal? Glasnegatieven van Kunstzalen Vecht, ja een Joodse kunsthandelaar.
Vecht sloot in (ik meen) 1939 al de deuren van de kunsthandel, dit omdat hij de ellende al zag aankomen.
Toch moet Vecht in 1940/41 op last van de Duitsers de kunsthandel hervatten.
Ja, een Jood moest op last van de bezetter de handel voortzetten….
Op de foto’s staan tal van dure kunstwerken, de datum te herleiden naar 1941 of later en op die foto’s staat bijv.een setje keramiek van ons koningsuis…toen nog als set, nu staat er 1 in het Boijmans van Beuningen, de ander in het grootste museum in Duitsland.
Je maakt mij niet wijs dat het toeval is dat een potje nu in Duitsland staat.
Ik ga er dus van uit dat er een hoop roofkunst op de negatieven staat (temeer ook omdat Vecht met de Duitsers moet samenwerken).
Ik ben al lang bezig om iemand zover te krijgen om er eens naar te kijken, dit gezien er een hoop (aantoonbare) vreemde zaken rondom die negatieven spelen.
Heb contact gezicht met diverse Joodse instanties, instanties m.b.t. roofkunst en al wat niet meer.
En er is niemand die het iets interesseert…of ze reageren niet of gewoon simpelweg geen interesse… Ik heb zelfs eens een onderzoeksjournalist gespecialiseerd in WO2 zaken een mailtje gestuurd, nooit reactie gehad.
(iets meer info inzake Vecht:
Kunstzalen A. Vecht was tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken bij de omgang met kunstwerken onder dwang van de Duitse bezetter. De eigenaar, Aäron Vecht, had zijn kunsthandel in 1939 gesloten en zijn waardevolle stukken naar Amerika overgebracht. Echter, op bevel van de Duitse autoriteiten werd de zaak in 1941 heropend op een nieuw adres aan het Rokin in Amsterdam.
In maart 1941 werd de kunsthandel getroffen door een verordening die gericht was op het verwijderen van Joden uit het bedrijfsleven. In februari 1942 kwam de zaak onder beheer van de NAGU (Niederländische Aktiengesellschaft für Abwicklung von Unternehmungen), een Duitse organisatie die zich bezighield met de afwikkeling van Joodse ondernemingen. Vervolgens werd de kunsthandel geleid door een ‘Verwalter’ (beheerder) en uiteindelijk verkocht aan een niet-Joodse koper.
Tijdens deze periode werden kunstwerken uit de voorraad van Kunstzalen A. Vecht verkocht, waaronder aan Duitse kopers. Een voorbeeld is de verkoop van een schilderij van Lutz aan de Duitse firma Pongs in augustus 1942. Hoewel het moeilijk is om met zekerheid te zeggen of deze werken onder dwang of vrijwillig zijn verkocht, is het duidelijk dat de kunsthandel onder controle stond van de bezetter en dat de eigenaar geen zeggenschap meer had over de bedrijfsvoering.
Na de oorlog werd de kunsthandel teruggegeven aan Aäron Vecht, maar het proces van restitutie van kunstwerken was complex en niet alle verloren werken zijn teruggevonden. De betrokkenheid van Kunstzalen A. Vecht bij de handel in kunst tijdens de oorlogsjaren illustreert de moeilijke positie waarin Joodse kunsthandelaren zich bevonden onder het nazi-regime.)
Sja, als er al vanuit talloze instanties totaal geen interesse is in dit soort zaken, hoe moet je dan de verhalen levend houden?
Vroeger had je op scholen nog ouderen die langskwamen en verhaal deden, maar dat wordt ook steeds minder en zal over een paar jaar wel stoppen wegens gebrek aan mensen die de oorlog nog hebben meegemaakt.
Wellicht een idee om zaken eens tastbaar te maken?
Begin bijvoorbeeld eens met het stil verzet materiaal, grotendeels vergeten spul waar een groot deel van NL toch aan mee deed.
Of ga eens bij verzamelaars langs die dit soort zaken in de collectie hebben. Dán maak je het tastbaar.
Zo ken ik wel wat verzamelaars met echte originele jodensterren, registratieplaatjes van gevangenen in kampen en meer van dat soort spul.
Gaat dat te ver? Nee, je wilt toch een verhaal vertellen wat impact maakt?
Maak dan gebruik van dergelijke bronnen!
Kortom: in mijn beleving wordt hooguit voor de buhne wat met WO2 gedaan…verder wordt er niets met WO2 materiaal gedaan, op 4 en 5 mei wordt er weer even aandacht aan besteed en gaan we gewoon weer verder met de reguliere schoolboekjes over WO2 en, niet te vergeten, uiteraard de “standaardverhalen” over Anne Frank.
Nog even een leuk stukje “Stil verzet” materiaal uit eigen collectie:
een stuk perspex van een cockpit van een neergestorte jager.
Uitgesneden, voorzien van 2 Wilhelmina munten en tot hanger vermaakt.
Dit soort spul zie je doorgaans erg weinig en is een fraai stukje stil verzet materiaal.
